Bijstandsfraude en medewerkingsplicht
Bijstandsfraude vormt voor veel gemeenten en de SVB een groot probleem, vooral vermogen in het buitenland wordt verhuld/niet gemeld. Onderzoek doen kost veel tijd en geld. Het is bovendien ondoenlijk om het inkomen en vermogen van alle bijstandsgerechtigden in alle landen van de hele wereld te onderzoeken. Om die reden mogen bepaalde groepen van bijstandsgerechtigden worden uitgekozen voor onderzoek, maar er mag niet worden gediscrimineerd. Er mag dus niet geselecteerd worden op nationaliteit of afkomst, maar wel op langdurig (vakantie-)verblijf in het buitenland. Dat onderscheid is gebaseerd op gedrag van mensen en dat is niet verboden. Een bijstandsgerechtigde moet meewerken aan onderzoek naar zijn inkomen en vermogen. Bijstandsgerechtigden zijn in dat verband verplicht hun buitenlandse identificatienummer af te geven om onderzoek naar hun vermogen in het buitenland mogelijk te maken. Als zij dit weigeren, schenden zij de medewerkingsverplichting en daar staat een sanctie op. In dat geval is een uitkeringsinstantie namelijk gerechtigd een bijstand in te trekken. Dat heeft de Centrale Raad van Beroep in zijn uitspraak van 26 maart 2018 geoordeeld (zie link).